Timeless Solutions to Conflict from the Bhagavad Gita
‘A person who is eager for war is blind. He never looks at the enemy. He only projects the enemy. When a battle is raging within, enemies appear on the outside.” Osho
One of the most famous of Hindu scriptures, The Bhagvad Gita is presented in the form of a dialog between the enlightened Krishna and the great archer and seasoned warrior, Arjuna. The dialog takes place on the eve of the Mahabharata, the climactic “Great War” of India that occurred some 5000 years ago.
The war grew out of a dispute about which of two branches of the royal family, the Pandavas or the Kauravas, should inherit the kingdom, the center of which was close to Delhi. Arjuna was on the Pandava’s side but on the eve of battle – as he saw many family members, friends and relatives gathering to fight on the opposing side – he was faced with the stark realization that to engage in the war would mean killing “his own people.”
Krishna, who was related to both sides of the royal family, played the role of Arjuna’s charioteer and “life coach.” And as he speaks to Arjuna he helps him to see, step by step, that the roots of his anguish lie in his identification with his mind and all its unconscious patterns and conditionings.
Timeless Solutions to Conflict from the Bhagavad Gita
Inner War and Peace: Nog niet zo lang geleden is er voor het Westen voor het eerst commentaar van Osho bij het meesterwerk over Krishna, de Bhagavad Gita, beschikbaar gekomen. Osho heeft ook in andere lezingen wel naar Krishna verwezen, maar de beschikbaarheid van zijn uitgebreide commentaar op de achttien bundels van de Gita komt pas in het jaar 2005. De Gita-lezingen heeft hij namelijk oorspronkelijk alleen in het Hindi gegeven.
En in 2005 is het eerste stukje van dit immense werk in het Engels gedrukt, onder de titel: Inner War and Peace.
Osho vertelt in dit boek over de achttien dagen durende Mahabharata, de bekende Indiase oorlog. Op het slagveld vindt een dialoog plaats tussen Arjuna en zijn vriend en begeleider, de Verlichte Krishna. Arjuna staat op het punt om de strijd aan te gaan, maar voorziet dat er veel slachtoffers gaan vallen, met name ook in zijn eigen familie. Hij aarzelt of hij de oorlog wel door zal zetten en of hij niet beter terug kan trekken.
Het boek Inner War and Peace is verkrijgbaar in de Boekhandel. The Book is available at Amazon in every country.
Impressie van Inner War and Peace
Nog niet zo lang geleden is er voor het Westen voor het eerst commentaar van Osho bij het meesterwerk over Krishna, de Bhagavad Gita, beschikbaar gekomen. Osho heeft in andere lezingen wel naar Krishna verwezen, maar de beschikbaarheid van zijn uitgebreide commentaar op de achttien bundels van de Gita komt pas in het jaar 2005. De Gita-lezingen heeft hij namelijk oorspronkelijk alleen in het Hindi gegeven.
En in 2005 is het eerste stukje van dit immense werk in het Engels gedrukt, onder de titel: Inner War and Peace.
Osho vertelt in dit boek over de achttien dagen durende Mahabharata, de bekende Indiase oorlog. Op het slagveld vindt een dialoog plaats tussen Arjuna en zijn vriend en begeleider, de Verlichte Krishna. Arjuna staat op het punt om de strijd aan te gaan, maar voorziet dat er veel slachtoffers gaan vallen, met name ook in zijn eigen familie. Hij aarzelt of hij de oorlog wel door zal zetten en of hij niet beter terug kan trekken.
Review van Inner War and Peace
Al enige tijd sluimert er een conflict op de school waar ik werk, waaraan ik me niet kan onttrekken. Bij genoeg andere conflicten kan dat gelukkig wel; ik overzie wat er aan de hand is en bepaal dan of ik me hierover echt druk wil maken. Regelmatig constateer ik, dat het weer om zo’n kwestie gaat, die in zoveel organisaties speelt en probeer er dan voor mezelf een weg in te vinden. Het is vervelend dat het er is, maar er zal geen werkverband te vinden zijn waar je zoiets niet aantreft. Dus: proberen om de zaak te handelen, is wat er dan van mij gevraagd wordt.
Ik dacht, dat ik de zaak die nu speelt, ook op de manier kon oplossen van: het is een probleem, maar ik kan er toch wel een manier op vinden, waardoor ik het conflict laat voor wat het is en gewoon mijn werk doe.
Echter, in de afgelopen week is gebleken, dat dit nu niet meer kan. Een aantal weerbarstige jongeren, verenigd in een groepje praktijkgerichte metaalleerlingen, heeft al een tijdje geen zin in mijn les.(en evenmin in andere lessen). Ze willen liever vrij zijn. Ja, wie wil dat niet? Uiteindelijk heeft dat toch ook mijn voorkeur, moet ik eerlijk toegeven.
Maar er is nu eenmaal afgesproken dat zij zich, gezien hun leeftijd, af en toe moeten verdiepen in wat er zich in de hen omringende maatschappij afspeelt en welke sociale mechanismen er zich tussen mensen voordoen.
Men heeft daar geen zin in en men ziet de noodzaak er al helemaal niet van in. Dus, de lessen verliepen uiterst moeizaam; er was eigenlijk de hele tijd sprake van een soort van onderhuids gevecht. En zo had het best nog wel een tijdje door kunnen gaan. Dan was het werk wel geklaard en, hoewel de sfeer niet prettig was……dat is nu eenmaal bij sommige groepen het geval, we zouden het jaar toch ‘uitgezongen’ hebben.
Zo had het inderdaad kunnen gaan, maar dit liep anders.
De leerlingen gingen nu zover, dat de helft van de groep er de brui aan gaf. Men bleef gewoon weg en dat kon gemakkelijk, want het was het laatste uur van die lesdag.
En spijbelgedrag kun je niet negeren, dus: nu moest ik ingrijpen en de zaak hogerop spelen. Hierdoor was het sluimerende conflict aan de oppervlakte gekomen en openbaar gemaakt en kon ik het niet langer omzeilen.
Nee, het lag nu in volle omvang voor me en ik moest er maar uit zien te komen.
Er kwamen speciale vergaderingen van een aantal docenten over deze groep, waarin we een eensluidende aanpak besproken. Daardoor werd het er niet gemakkelijker op. Enkele docenten gingen tot in detail uitmeten, hoe zij met deze groep bezig waren, een andere docent wees naar de directie als verantwoordelijke instantie om in te grijpen.
En ik merkte al een tijdje, maar tijdens deze vergadering nog eens extra, dat het conflict zich van buiten mij, naar meer innerlijke regionen in mij begon te verplaatsen. Regelmatig schrok ik op vanuit gepeins, ging met een ruk rechtop zitten en vroeg me af, of ik het nog wel zou pikken. Dit ging zoveel tijd kosten en zoveel ergernis ook en dat allemaal voor een groep leerlingen, die niet mee wilde werken. “Ik zou ze wel eens even laten merken, hoe we hier te werk gaan, dus: ik zou een paar diepe onvoldoendes geven en ik zou bij het invullen van de beoordelingskenmerken extra kritisch zijn.”
De mildheid die vaak over me komt, als ik een leerling moet beoordelen en die ervoor zorgt, dat ik nog wat stimulansen voor verandering wil proberen in te bouwen, was ver te zoeken. Het begon in mij te razen, dat ik de zwaarste etiketten uit de kast zou halen om sommige leerlingen hiermee lik-op-stuk te geven.
Mijn toch meestal wel aanwezige gevoel van harmonie, ondanks wat er buiten gebeurt, dreigde overspoeld te worden door gevoelens van irritatie en bijna een soort van wraakzucht.
En ik merkte, dat dit me gewoon steeds meer begon te verontrusten.
Het was allemaal begonnen als een gewoon conflict met een groep, dat te groot was geworden om te negeren. Het moest dus aangepakt worden. Maar het was nu bezig om te veel mijn innerlijke wereld binnen te dringen, waarbij het gevecht dus in mijzelf ging plaatsvinden.
Osho, Inner War and Peace
Tijdens meditaties kwam het boven. In de dynamische meditatie was ik tijdens het uitfreaken met kracht bezig geweest om deze lastige personen op grotere afstand te krijgen. Ik had ze zover weg geduwd, dat ze buiten mijn innerlijk veld van harmonie bleven.
En natuurlijk hielp dat; ik was er minder mee bezig. Af en toe speelde het wel op, maar meestal ging ik toch gewoon mijn gang en deed mijn werk. Ik betrapte mezelf er ook op, dat ik tegen een andere metaalgroep zei: nee, ik kom even niet bij jullie op de afdeling, want ik heb op dit moment een beetje genoeg van het groepje basisleerlingen.”Wie zijn dat dan?” wilde men gretig weten. Maar daar ging ik natuurlijk niet op in, want dat is gemakkelijk scoren, maar het is mijns inziens absoluut niet professioneel.
Echter, ik concludeerde wel, dat de zaak me toch kennelijk niet zo hoog zat, want ik noemde het geval even achteloos ten opzichte van andere leerlingen, spelenderwijs. En spelen doe je niet bij dingen die je serieus opvat en die een probleem voor je vormen.
Het werk dat ik er zelf aan deed, maakte dat het niet onnodig groot werd en op mijn leven ging ‘drukken’.
Op zaterdagmiddag is het tegenwoordig mogelijk om in het Osho meditatie centrum Wajid in Den Haag een aantal meditaties te doen. Dat is niet alleen tijdens meditatiedagen zo, maar het is nu elke zaterdag het geval. En daar maak ik graag gebruik van. Alleen mediteren levert veel op, maar het geeft mij zoveel meer, als de afwisseling met meditatie in een groep er is.
Daarom ben ik in de periode dat de kwestie op school speelde naar Wajid gegaan om de Quantum Light Breath meditatie te doen, een krachtige ademmeditatie die ontwikkeld is door een van Osho’s therapeuten van het eerste uur. En daarna was er de zeven-uur-meditatie, die eindigde in een Osho talk via grootbeeld projectie.
Gaandeweg waren er, tijdens de meditatie, weer stormachtige gevoelens in me op gekomen, hoe ik ‘dit varkentje’ op school zou wassen. Het was toch te gek, dat ik me liet kisten door zo’n stelletje niets willende pubers. En ook zat het me niet lekker, dat ik me moest voegen naar een algemeen afgesproken handelwijze ten opzichte van deze groep, die ik maar gedeeltelijk onderschreef.
Natuurlijk: we moesten verder. Je kunt niet op deze manier een groep een volgend jaar in loodsen. Dan wordt het probleem alsmaar groter. En zelf had ik ook nog wel een paar pijlen op mijn boog om het groepje leerlingen nog wat te proberen bij te schaven en bij voorkeur enig positief contact tussen ons te ontwikkelen.
Kortom, het conflict binnenin me begon weer op te laaien en dreigde mijn gevoel van vrede te overschaduwen.
Na de videolezing van Osho kreeg ik dan ook enorm de behoefte om op een stil plekje te zijn en het boek War and Peace te raadplegen. Want ik herinnerde me, dat daar door Osho heel duidelijk uiteen wordt gezet, dat een uiterlijk conflict alleen vat op je krijgt, als innerlijk de zaken bij je verscheurd zijn. Het uiterlijk conflict ligt als het ware op de loer om innerlijk bij jou aan te slaan.
Ik voelde, dat ik er alles aan deed om de innerlijke harmonie te versterken zodat die uiteindelijk ongemoeid bleef. En dat werkte ook! Maar het oplaaien van boze gevoelens en een soort van wraakneigingen bleven tijdens de meditaties te heftig bovenkomen.
Wat zou Osho me hierover te zeggen hebben, zodat ik mijn innerlijke vrede kon handhaven en maandag op school gewoon mezelf kon zijn, zonder wraakgevoelens naar leerlingen toe of ergernis ten opzichte van collega’s.
Ik wilde gewoon op een plezierige manier mijn werk doen en me niet vooraf al afmatten door een innerlijke strijd die in mij woedde.
Wat te doen? Ik was in Wajid op het moment, dat ik sterk het verlangen voelde om me bij deze kwestie door Osho’s inzichten te laten raken. Daar hebben ze het boek uiteraard in de Bookshop. Echter, na de meditaties begon het zaterdagavond swingen en ik wilde in stilte de wijsheid in dit boek tot me nemen. De volgende dag zou ik twee sessies rebalancing massage geven en ik wilde niet, dat ik daarbij terneer gedrukt zou zijn door een conflict dat onderhuids in mij raasde.
Daarom fietste ik naar huis en nestelde mij op een prettig stil plekje met het boek (Inner) War and Peace, dat, naast de Rebel uitgave, ook in paperback vorm is uitgekomen als: (Inner) War and Peace, zoals uit de afbeeldingen van de covers is af te leiden. Osho, Inner War and Peace
Inner War and Peace
“Man is constantly moving like a pendulum between the animal and the divine. Arjuna is a symbol of man – particularly of today’s man. Modern man’s consciousness is exactly like Arjuna’s. That is why both things are simultaneously evident in the present world. On the one hand man is eager to raise his consciousness to samadhi, to superconsciousness, and on the other hand he is eager to take it to the animal level with the help of LSD, mescaline, marijuana, alcohol and sex. Often, the same person will appear to be doing both things. The person who comes to India on a spiritual quest will keep taking LSD in America. He is doing both simultaneously.
Man can turn into an Animal
“In his unconscious state man can turn into an animal. However, it is not possible to remain unconscious for long – because even the pleasures of unconsciousness are experienced only in a conscious state. Even the pleasures of unconsciousness are not experienced in the unconscious state. The pleasure of a drink is not felt when a person is drunk; he comes to feel it only when he becomes sober. When you are asleep you do not know the pleasure of sleep; it is only after waking up in the morning that you recognize how beautiful and relaxing the sleep was. In order to feel the pleasure of unconsciousness it is necessary to return to the conscious state.
The Geeta portrays man’s Deeper State
“Arjuna represents human consciousness and this is why he is so special. And the Gita is so special because it portrays the basis of man’s deep inner state of mind: Krishna’s constant struggle with this state, which is represented in Arjuna; this dialogue, this debate that Krishna is having with Arjuna; Krishna’s monumental efforts to pull Arjuna back again and again toward the divine – and again and again Arjuna’s limbs giving way as he wants to fall back into the animal state…. This inner struggle is Arjuna’s lot, but not Duryodhana’s. Duryodhana has not a care in the world. If Arjuna were like Duryodhana, he too would not have a care in the world. But he is not like him.
Those of us who are like Arjuna are restless and troubled
“There are those amongst us who, like Duryodhana, have no cares. They are building houses, they are clambering onto the thrones of Delhi and other capitals, they are busy making money. But those of us who are like Arjuna are restless and troubled. Restless, because where they find themselves does not seem to be a place worth making into a home. They have evolved a long way from where they originally began, so it is not possible to fall back, but they have no idea whatsoever about the place that they have not yet reached. How do they get there, where is the shrine located? They have no idea at all about this.”
A man of religiousness will inevitably find himself in crisis
“A man of religiousness will inevitably find himself in crisis. An irreligious man is not in crisis. Compared with the man sitting in a prison, the man sitting in a temple seems to be more worried. The man sitting in a prison seems to be less anxious; he has not a care in the world. He is at one end, on the shore. He is not on the bridge. In a sense he may appear to be fortunate, worth envying. How carefree he is! But hiding inside this so-called good fortune of his is a very deep misfortune. He will remain on this shore. As yet, not even a spark of humanity has been born inside him. Trouble, anguish, begins with being human – because in this state of being human the doors to the possibility of attaining to godliness open up.
Arjuna does not want to become an animal
“Arjuna does not want to become an animal – and this situation could make him just that – but he has no idea how to attain to godliness. Yet deep down, unknowingly, the desire is there inside him to attain to godliness. That is why he is inquiring and raising questions; that is why this search is arising. Religiousness can be born in anyone in whose life there are questions, in whose life there is a search, a discontent. Religiousness has no possibility of entering the life of anyone whose life has no anxiety, no questions, no doubts, no inquiry and no discontent.
What will, or will not happen to the sprout
“The seed that is breaking open so that it can sprout will certainly feel anxiety. The seed is a tough thing, the sprout is very delicate; the seed is very carefree, the sprout faces great anxiety. Breaking through the rocks, cutting through the soil, such a delicate thing as a sprout comes out to an unknown and unfamiliar world, a world that it is completely unacquainted with. A child could snap it, an animal could eat it, anybody could trample over it. What will, or will not happen to the sprout…nothing is certain around this. On the other hand, if the seed remains enclosed within itself, then it will be completely secure and safe, carefree – no trampling over it by a child, no unknown dangers. It is closed within itself.
“Duryodhana is like a closed seed, having no cares. Arjuna is like a sprout, worried, restless. He is anxious to know what will happen next: will flowers blossom forth or not? He has dropped just remaining a seed, but will the flowers appear now? He is eager to grow, he is eager to blossom, and it is this eagerness that keeps him constantly asking Krishna questions.” Osho