From Darkness to Light


In het boek ‘From Darkness to Light’ worden verschillende thema’s behandeld. Een ervan is de beperktheid van kennis. In het huidige onderwijs wordt daar erg de nadruk op gelegd. Het kind wordt zo volgepompt met From Darkness to Lightinformatie dat de pure onschuld om de dingen van het leven mee te benderen, overdekt raakt met en laag stof.
Opvoeding en onderwijs dienen ervoor om de verborgen potentie van het individu naar buiten te brengen, zodat ieder geholpen wordt om zijn eigen uniek zijn ‘van de duisternis in het licht te brengen’. Onschuld is moed en helderheid tegelijk. Daarom gaat het erom dat de onschuld beschermd wordt. Onschuld is niet iets wat geleerd hoeft te worden. Ze is er, kristal helder en moet bij de opgroeiende persoon intact blijven, niet bedorven worden

Het boek From Darkness to Light is schaars. Mogelijk is het tweedehands te verkrijgen bij de Boekhandel.
Ook is het er als e book, via internet te bestellen.

Fragment uit ‘From Darkness to Light’

Innocence: the price you pay for the failure of success

“Innocence is courage and clarity both.

“There is no need to have courage if you are innocent. There is no need, either, for any clarity because nothing can be more clear, crystal clear, than innocence. So the whole question is how to protect one’s own innocence.

“Innocence is not something to be achieved.

“It is not something to be learned.
“So first try to understand all the meanings of innocence.

“The first is: no past, only future.

“The past corrupts because it gives you memories, experiences, expectations. All those combined together make you clever but not clear. They make you cunning but not intelligent. They may help you to succeed in the world but in your innermost being you will be a failure. And all the success of the world means nothing compared to the failure that finally you are going to face, because ultimately only your inner self remains with you. All is lost: your glory, your power, your name, your fame – all start disappearing like shadows.

“At the end only that remains which you had brought in the very beginning. You can take from this world only that which you have brought in.

“In India it is common wisdom that the world is like a waiting room in a railway station; it is not your house. You are not going to remain in the waiting room forever. Nothing in the waiting room belongs to you – the furniture, the paintings on the wall. You use them – you see the painting, you sit on the chair, you rest on the bed – but nothing belongs to you. You are just here for a few minutes, or for a few hours at the most, then you will be gone.

“Yes, what you have brought in with you, into the waiting room, you will take away with you; that’s yours. What have you brought into the world? And the world certainly is a waiting room. The waiting may not be in seconds, minutes, hours, days, it may be in years; but what does it matter whether you wait seven hours, or seventy years?
“You may forget, in seventy years, that you are just in a waiting room. You may start thinking perhaps you are the owner, perhaps this is the house you have built. You may start putting your nameplate on the waiting room.
“There are people – I have seen it, because I was traveling so much: people have written their names in the bathrooms of the waiting room. People have engraved their names on the furniture of the waiting room.”‘From Darkness to Light’

Review van From Darkness to Light

Over de moed van in twijfel te durven verkeren

Osho legt erg veel nadruk op de implicatie van dingen. En dat wil zeggen, dat we kijken naar welke betekenis een verschijnsel in het leven heeft. Want…wat teveel gebeurt is, dat mensen alleen op de woordenboek- betekenis van iets afgaan.

In het geval van de lezing waar ik het nu over heb, kijk je naar de term gnostic en dan zeg je: iemand die weet. Maar wat zeg je hier nu in feite mee…? Niet zoveel.
Het roept eigenlijk meer vragen op dan er beantwoord worden.
Een woordenboek levert bijna nooit extra inzichten op.
 Het zet complexe termen om in wat meer alledaagse bewoordingen.

Maar dat zegt niets over de inhoud en de reikwijdte van zo’n begrip.

Osho zegt, dat hij erover gedacht heeft om in plaats van een woordenboek een boek met de implicaties van begrippen te publiceren.
Daar zouden mensen veel meer bewust van worden dan het papegaai-achtig overnemen van termen uit een woordenboek en deze aan elkaar doorgeven.
“Maar” zo geeft hij realistisch aan. “ik ben er te lui voor, dus het is er niet van gekomen.”
Een hartverwarmende onschuld heeft zo’n opmerking voor mij.
Als een rebelse mysticus die miljoenen harten over de hele wereld heeft bereikt over zijn luiheid spreekt, heeft dat een speciale betekenis.
Osho is creatiever en meer vernieuwend dan wie ook en dat heeft door een bewuste luiheid op andere terreinen kunnen gebeuren.
Het fragment uit ‘From Darkness to Light’ waar ik het nu over heb, geeft een zeer verhelderend inzicht in GELOVEN, AGNOSTICISM en GNOSTICISME.
Mensen kunnen met veel aplomb beweren: ik geloof niet, ik ben agnost. Het lijkt erop alsof dat het hoogste goed is, het toppunt van inzicht.
Maar is dit ook werkelijk het geval?
Het wordt tijd om deze begrippen eens naast elkaar te zetten en dan vanuit de implicatie ervan.
Osho reikt hier het volgende over aan
Iemand die gelooft, een theïst, gebruikt zijn/haar geloof als een manier om te ontsnappen. Hij pretendeert, dat hij het allemaal weet.
De atheïst heeft ook de pretentie, dat hij weet.
Beiden hebben niet echt in het Bestaan gekeken, dit onderzocht.
De atheïst heeft het zichzelf het moeilijkst gemaakt.

De theïst probeert iets te vinden, het bestaan ervan. Misschien stuit hij toevallig op God, maar dat is bij de atheïst niet mogelijk.
De atheïst begint helemaal zonder hypothese om mee aan de slag te gaan.
Hij gaat uit van het idee, dat er geen God is. Dus: waar moet je dan nog naar zoeken? Naar geen-God? God vinden is al moeilijk en wat te denken van geen-God?
Een atheïst is aan het ontkennen en negativiteit kan geen hypothese leveren.
De theïst kan zich niet van twijfel ontdoen, ook al heeft hij die diep weggestopt.
De atheïst heeft zijn twijfel veel verder van zich afgeworpen.
Geloof en twijfel zijn twee kanten van dezelfde medaille.
Theïsten zijn een beetje meer pseudo, atheïsten staan een beetje sterker, want ze hebben hun wond niet met geloof afgedekt. Ze zijn een beetje moediger, ze staan dichter bij het begin van de zoektocht.
Naar God kun je je hele leven blijven zoeken, maar om je hele te blijven zeggen, dat er geen God is…
Mensen klampen zich vast aan theïsme of aan atheïsme. Door beide ontsnap je aan twijfel en dus aan onderzoek.
Twijfel is je vriend; die helpt je bij het voorbereiden van de zoektocht.
Dan is er een derde categorie, de agnosten.
Ludwig Wittgenstein, een leerling van Bertrand Russell, is een van de betekenisvolle agnosten van de vorige eeuw.
Hij heeft niet veel gepubliceerd, slechts een stuk of drie boeken en die bestaan alle drie uit stellingen, korte stukjes.
Een van de fragmenten luidt: “Over iets dat je niet kent moet je niet spreken, niet ervoor en ook niet ertegen…..tenzij je een duidelijk “ja”of “nee”vanuit je eigen ervaring kent. En ergens anders zegt hij: “Dingen waarover niet gesproken kan worden, daarover moet men zwijgen.”
De agnost heeft de hoogste staat van zijn van de drie categorieën.
Hij verbindt zich zelf nergens aan, hij blijft op zichzelf staan.
Het is beter om jezelf nergens aan te binden. Dan blijf je alert, dat je de zoektocht nog niet bent begonnen.
De theïst en de atheïst hebben al een conclusie getrokken, terwijl ze nog niet eens op zoek zijn gegaan.
Er is ook nog een vierde categorie en dat is de gnosticus, maar die is van heel andere orde dan de andere drie. In feite is de term agnostic hiervan afgeleid. Agnost wil zeggen: Ik weet niet precies hoe het in elkaar zit.”
Daarom zwijgt hij, hij weet het niet.
En wat is een gnosticus? Dat is iemand die het wel weet.
De gnosticus is ook stil, omdat hij een realiteit heeft ervaren die je niet in woorden kunt uitdrukken.
Osho rekent zichzelf tot de categorie van de gnostici. En hij zegt: “Ik wil dat jullie allemaal gnostici worden, dat jullie tot een punt komen waar de dingen gebeuren die verder gaan dan woorden, waar je taal ver achter je laat, vele lichtjaren achter je, waar het niet meer mogelijk is om je ervaring in begrippen te vangen.”
Een gnosticus is een fundamenteel andere persoon. Hij weet en de andere drie weten niet. De gnosticus is de werkelijk religieuze mens.
Zeer mooi en helder zet Osho dit in de zien uit ‘From Darkness to Light’ uiteen.
En hij lardeert het, zoals gebruikelijk, met aanstekelijke verhalen.
De oude Hymie Goldberg ging bij zijn arts langs om zijn vreugde te uiten. De dokter had namelijk een passend gehoorapparaat voor hem gevonden en bij hem aangebracht. “Je familie zal er ook wel blij mee zijn.”veronderstelde de arts. “Nou, nee” zei Hymie “Ze weten het nog niet. En ik heb het geweldig. De laatste twee dagen heb ik al tweemaal mijn testament veranderd.” ‘From Darkness to Light’